Hoge Raad vindt belasting op spaargeld en beleggingen (ook) oneerlijk
De Hoge Raad vindt het onterecht dat de fiscus er jarenlang van uitging dat mensen jaarlijks gemiddeld 4 procent rendement halen op hun spaargeld en beleggingen, terwijl de rente historisch laag staat. Wie zo’n hoog rendement wil halen, moet volgens de rechter zeer risicovol beleggen.
Vandaag deed de hoogste rechter uitspraak in een zaak aangespannen door de Bond voor Belastingbetalers. Voor die uitspraak werden zes kleinere zaken aan de rechter voorgelegd, die als voorbeeld dienden voor een massaprocedure.
Risicovolle beleggingen
De uitspraak gaat over 2013 en 2014. Net als nu was in die jaren de rente op spaargeld erg laag. Toch ging de overheid ervan uit dat er gemiddeld 4 procent rendement werd gemaakt op spaargeld en beleggingen. In de praktijk moesten veel Nederlanders relatief meer belasting betalen, dan er aan spaarrente binnenkwam.
Oneerlijk, vindt de Bond voor Belastingbetalers, want veel Nederlanders hebben alleen spaargeld of beleggen risicoarm. Zij haalden dus bij lange na geen 4 procent rendement, terwijl ze wel 30 procent belasting moeten betalen over dat fictieve rendement.
Recht op ongestoord genot geschonden
Daar gaat de Hoge Raad nu in mee. Het was voor de meeste mensen bijna niet mogelijk om 4 procent rente te halen met sparen en normale beleggingen. Dat, in combinatie met een belastingtarief van 30 procent, is volgens de rechter een zogenoemde buitensporig zware last voor burgers.
De belasting op spaargeld en beleggingen was in 2013 en 2014 zo hoog, dat de rechten van de mens zijn geschonden. Volgens het Europees Verdraag voor de Rechten van de Mens hebben burgers recht op ongestoord genot van eigendom. De vermogensrendementsheffing heeft dit genot verstoord.
Individuele zaken
Wat er nu gaat gebeuren, is nog niet precies duidelijk. De rechter biedt zelf namelijk geen oplossing. Wel heeft de uitspraak gevolgen voor individuele zaken die zijn aangespannen en voor mensen die bezwaar hebben gemaakt bij de Belastingdienst.